Hoofdstuk 2: Wat is improvisatie?

Spring naar: Wat vormt de berg? - Hoe begin je? - Ladderfietsen

Improviseren is net als bergbeklimmen:

  • Je hebt te maken met zwaartekracht - akkoordtonen en grondtonen trekken jouw noten in een bepaalde richting.
  • Je maakt onderweg honderden keuzes: ga ik omhoog of omlaag, linksom of rechtsom, enz.
  • Je hebt steile bergen en minder steile bergen, hoge bergen en lage bergen: ook stukken zijn meer of minder uitdagend.
  • Je hebt vlakke stukjes waar je goed kunt staan, en je hebt glibberige stukjes waar je gauw weg moet zien te komen.
  • Je kunt snel klauteren, maar je kunt het ook rustig aan doen - veel noten of weinig noten
  • Je klimt in gezelschap of alleen - meerstemmig of eenstemmig
  • Je volgt gebaande paden (bijvoorbeeld de melodie) of je gaat geheel je eigen gang.

bergschoenenHet grote verschil tussen bergbeklimmen en improviseren is dat je met bergbeklimmen je nek kunt breken als je een fout maakt, terwijl improviseren volkomen veilig is. Er kan je niets gebeuren!

Wat vormt de berg?
Er zijn allerlei vormen van improvisatie. In het meest extreme geval staat er een handvol musici op het podium die geen enkele afspraak hebben gemaakt. Iemand speelt iets, een of meerdere anderen reageren erop. De berg ontstaat daarin als het ware ter plekke. Echter, in de meeste gevallen wordt er gewerkt met een liedje als uitgangspunt waarin sprake is van een zogenaamd akkoordenschema. Akkoorden zijn samenklanken van drie of meer tonen. Het akkoordenschema is niet zomaar een willekeurige opeenvolging van akkoorden, maar daar zijn allerlei familieverbanden in aan te wijzen. Ze komen bijvoorbeeld uit gemeenschappelijke toonladders, of ze bestaan allemaal uit hetzelfde type akkoord. Dat boek laten we nog even dicht. Wat wel handig is om alvast te weten: Een ander woord voor alles wat met akkoorden te maken heeft noemen we harmonie.

jazztrioDe bezetting van de band of het orkest vormt natuurlijk een belangrijk deel van de omgeving van onze bergbeklimmer/improvisator. De akkoorden worden gespeeld door harmonie-instrumenten als piano, gitaar, accordeon, orgel of harp. In negen van de tien gevallen doet er een bassist (op contrabas, tuba, basgitaar, etc.) mee die met of rond de grondtonen van die akkoorden speelt. Deze legt als het ware het fundament neer. Tot slot kun je ritme-instrumenten aantreffen. Natuurlijk denk je als eerste aan de drummer, maar met kleine percussie-instrumenten als shakers, handtrommels, tambourijnen of zelfs handclaps kan het ritme worden neergelegd.

mozartImprovisatie is van alle tijden! Misschien associeer je solo's met jazzmuziek of scheursolo's uit de heavy metal, maar letterlijk alle muziek die ooit verzonnen is is voortgekomen uit improvisatie. Wie wat langer nadenkt over de noten en ze eventueel opschrijft is aan het componeren, maar in feite komt het op hetzelfde neer. In de muziek van Bach werd geimproviseerd op bijvoorbeeld het clavecimbel. Bach zelf was een geniale improvisator, Mozart (hiernaast afgebeeld) idem dito.

Het is natuurlijk wel duidelijk dat je improvisatie in een klassieke zetting waarschijnlijk heel anders uitpakt dat in een hardrock-groove. De akkoorden zijn verschillend, je gebruikt meer of minder energie, en je voegt je in het gegeven ritme. Met andere woorden: het aantal soorten bergen is enorm, het aantal improvisatiemogelijkheden is oneindig.
Terug naar boven

Hoe begin je?
Daar is gezien het bovenstaande geen recept voor te geven, maar de allersimpelste aanpak is om een gegeven melodie te nemen en daar kleine variaties op aan te brengen. Verander eens een noot, of verdubbel eens een kwartnoot in twee dezelfde achtsten. Je houdt dan als het ware de rode paaltjes op de berg aan en zet af en toe een stapje op een plek waar het ook goed lijkt te voelen. Na verloop van tijd ga je vanzelf meer risicos nemen.

 Verder is het slim om bij je eerste improwandeling niet teveel akkoorden op je vork te nemen. Een akkoord met het materiaal van 1 toonladder is al voldoende om er lustig op los te experimenteren. Ook de blues is een goed vertrekpunt omdat je kunt werken met drie akkoorden en slechts 1 bluestoonladder, waarop het al gauw gaaf klinkt.
Terug naar boven

Ladderfietsen
Tijd voor een voorbeeld! Bekijk onderstaand filmpje waarin een mondharmonicaspeler met de tonen van een toonladder met twee mollen (vanaf de noot f) op en neer fietst. Je hoeft alleen maar de richting van de lijn te volgen. Als je zelf zoiets probeert kun je het ritmisch zo ingewikkeld maken als je wilt, van eenvoudig tot heel druk. Alle deelnemers van de band zijn te horen. De pianist legt het akkoord neer op een simpel drumritme, daarna schuift de bassist aan, waarna de solist zijn fietstocht begint. Er is hier dus sprake van een typisch Nederlands berglandschap: er zijn geen hoogteverschillen, en er kan dan ook maar weinig misgaan. Hooguit voelt de noot bes een beetje onstabiel omdat die botst met de a uit het akkoord. Kijk maar of je dat met ons eens bent.


Terug naar boven

 





facebook outline-white pixit twitter outline-white pixit linkedin outline-white pixit youtube outline-white pixit
PNH C cmyk pos